KEIHARD BEWEZEN ONZIN

Wetenschappers zoeken naar de waarheid. Maar het zijn ook maar mensen. Soms verkopen ze flauwekul. Omdat ze niet beter weten, of omdat ze niet deugen.

Vorig jaar trokken paleontogen de champagneflessen open toen ze hoorden over een fossiel dat uit China was gesmokkeld. Het ging om miljoenen jaren oude resten van een vogelachtig beest. Dat moest gewoon het ultieme bewijs zijn dat moderne vogels van dinosaurussen afstammen. Helaas ging het om een nepfossiel dat was samengesteld uit vogelbotjes en de resten van een of ander roofdier. Geen enkele deskundige had dat aanvankelijk in de gaten.

Negentig jaar eerder was zoiets ook al gebeurd. In het Engelse plaatsje Piltdown werd een schedel gevonden van een schepsel dat zowel op een mens als een aapachtige leek. De missing link, de ontbrekende schakel tussen aap en mens, was eindelijk gevonden. Het duurde tot 1953 voordat iemand doorhad dat een grappenmaker de kaak van een aap aan een mensenschedel had geplakt. Veel Engelse geleerden vonden dat jammer, want dankzij de 'Piltdown Man' hadden ze jarenlang kunnen beweren dat de moderne mens uit hun vaderland oorspronkelijk afkomstig was.

Soms willen wetenschappers zo graag dat iets waar is, dat ze vergeten hun werk goed te doen. Wetenschap is het bedenken van mooie verklaringen voor allerlei problemen en vervolgens proberen fouten in verklarignen aan te wijzen. Het eerste gedeelte van het werk is geen probleem; op iedere vraag valt wel een antwoord te bedenken. Het tweede deel is een stuk lastiger. Hoe toon je aan dat je theorie niet klopt? Vaak moeten anderen dat doen. Gelukkig is er één ding dat wetenschappers nog leuker vinden dan het zelf bedenken van mooie theorieën: het tot zinken brengen van andermans mooie theorieën.