De temperatuur van de aarde is precies goed voor alles wat leeft; niet te heet, zoals op Venus, en niet te koud zoals op Mars. Door de temperaturen waarvan we op onze planeet profiteren kan er leven in overvloed bestaan.

De aarde blijft warm door de hitte van de zon, terwijl de atmosfeer ook een handje meehelpt door iets van die warmte vast te houden, zodat het niet in de ruimte verdwijnt. Dit wankel evenwicht kan nu verstoord worden als gevolg van de vervuiling van de atmosfeer met gassen die meer warmte dicht bij de aardoppervlakte vasthouden.

Tijdens de afgelopen eeuw zijn de temperaturen op aarde gestegen, en dat kan omvangrijke klimaatveranderingen veroorzaken. Een stijging van de zeespiegel en andere veranderingen van het milieu vormen een serieuze bedreiging voor het leven van mens en dier.

Het broeikaseffect is de uitdrukking die gebruikt wordt om te verklaren hoe het komt dat de aarde warmer wordt, en hoe deze wereldwijde opwarming plaats kan vinden. Het is van groot belang voor ieder van ons dat wij ons volledig bewust zijn van de ingewikkelde relatie tussen de atmosfeer en de aarde.


De aarde is als een eiland vol leven in een lege ruimte. Wetenschappers geloven niet dat er ergens anders in ons zonnestelsel leven voorkomt, maar hier op onze planeet zijn de leefsomstandigheden precies goed. Er is meer dan genoeg water en lucht, en de zon baadt ons leven schenkend licht en warmte.

De aarde wordt omgeven door de atmosfeer. Dat is een dunne laag gassen, voornamelijk stikstof en zuurstof, die zich uitstreken op zo'n 700 kilometer boven het aardoppervlak. De atmosfeer houdt het aardoppervlak warm en regelt ons weer. Hij bevat ook chemische stoffen als zwavel, koolstof en stikstof, die steeds worden omgezet en verbruikt door het aardse leven.

Temperaturen zoals die op de aarde voorkomen zijn geschikt voor het leven en voortplanting van flora en fauna. aardse temperaturen lopen uiteen van de kou op de ijsvlakenten in de poolgebieden tot in de hitte van de woestijnen en tropische regenwouden. Maar levende schepsels hebben zich aan allerlei omstandigheden aangpast, en zodoende is er praktisch overal op aarde leven.


De aarde wordt verwarmd door zonne-energie. Als deze energie de aardatmosfeer bereikt, wordt een deel teruggekaast naar de ruimte; een beetje wordt geabsorbeerd en de rest bereikt de aarde, waar de stralen de oppervlakte opwarmen.

Er gebeurt echter iets anders, als de warmte-energie terugkomt van de aarde. Deze energie gaat niet rechtstreeks door de atmosfeer naar de ruimte toe, maar wordt geabsorbeerd door de gassen in de atmosfeer. Dat help de planeet warm te blijven.

Dus de aardse atmosfeer staat toe dat zonlicht de aarde verwarmt, maar houdt de warmte vast die van de aarde naar de ruimte toe straalt. Dat lijkt op de werking van een broeikas-behalve dan dat daar glas in plaats van gassen worden gebruikt-en daarom wordt dit het broeikaseffect genoemd. De broeikasgassen in de atmosfeer hebben de neiging de gemiddelde temperatuur op aarde te handhaven, ook al verschillen de temperaturen van plaats tot plaats. Als er zich teveel van die gassen in de atmosfeer bevinden kan er een overmaat aan warmte worden vastgehouden-de temperatuur op aarde neemt toe.

bron : het broeikas effect