Lichaamsbouw

De keizerpinguïn wordt + - 115 cm en weegt ongeveer 30 kg. De koningspinguïn is + - 95 cm en weegt ongeveer 15 kg. De adeliepinguïn is + - 70 cm groot en weegt ongeveer 5 kg. De grootste pinguïns eten ongeveer 2 kg voedsel per dag. (Kleinere pinguïns eten natuurlijk minder.) Een pinguïn heeft zwemvliezen tussen de tenen om goed te kunnen zwemmen en scherpe nagels om zich te verdedigen.

Jongen

De pinguïnkuikens hebben alleen nog maar dons. Ze zien er uit als wollige beertjes. Het buitenste verenpak moet nog over het dons groeien. De kuikens blijven op het land. Als ze in zee zouden gaan zouden ze het veel te koud krijgen en dood gaan. De moederpinguïn zorgt voor eten. Dat doet ze op een vreemde manier.Ze braakt de vis uit en het kuiken eet het dan op. Na een poosje komt de vaderpinguïn terug. Ze vinden elkaar door speciale geluiden te maken. Iedere pinguïn heeft een ander geluid. Ook hij braakt de vis uit voor zijn kind. Als het kind wat groter is gaan vader en moederpinguïn samen weg om vis voor het jong te halen. Het jong eet de uitgebraakte vis graag op en hij groeit er goed van. Als de vader en moeder van het jong weg zijn passen andere pinguïns op de jongen. Dat zijn pinguïns die zelf geen ei hebben uitgebroed. Zij houden de kuikens bij elkaar. Ook jagen zij vreemde vogels weg. Dat zijn de skua's die graag kuikens willen opeten. Als zijn vader en moeder dood gaan geeft niemand om het jong en dan krijgt het jong geen eten en dan gaat hij dood.De kuikens mogen mee naar zee als ze echte veren hebben. Vaders , moeders en kinderen duiken dan samen het water in. De jonge pinguïns moeten zelf vis gaan vangen. Pas als de pinguïns moeten broeden en ruien gaan ze het land op.

Nieuwe veren

De pinguïn is zo vaak mogelijk in zee. Daar voelt hij zich op zijn gemak. Vooral omdat hij zo'n goeie zwemmer is. Op het land word het wat moeilijker. Toch moet hij er af en toe heen. Hij moet naar het land als hij in de rui is.Ook om te broeden moet hij het land op. Als een pinguïn in de rui is, krijgt hij nieuwe veren. Alle oude veren vallen af.

Daarvoor in de plaats komen nieuwe veren. De nieuwe veren groeien onder de oude veren. De nieuwe veren duwen de oude veren weg. Voordat de oude veren afvallen, gaan ze recht overeind staan. Dan zien de pinguïns er dik en bol uit. Ook kunnen ze in die tijd niet eten.

De nieuwe veren moeten eerst goed vast zitten. Anders kan een pinguïn niet zwemmen. De pinguïns hebben erop gerekend: voordat ze het land opgingen hebben ze veel gegeten. De rui duurt twee tot drie weken. En elk jaar moeten ze weer terug op het land voor de rui. Als alle nieuwe veren op hun plaats zitten gaan pinguïns weer in zee op zoek naar vis.

Vijanden

Veel vijanden hebben de pinguïns niet. Voor mensen hoeven ze niet bang te zijn. Die blijven weg uit het ijskoude land. Ze moeten wel oppassen voor de zwaardwalvis. Ze moeten ook oppassen voor de orka`s. De zwaardwalvis en de orka vangen de pinguïns en eten ze met huid en haar op. De pinguïns moeten ook uitkijken voor de skua. De skua is een vogel. Deze vogel is dol op de eieren van de pinguïn. Die probeert hij af te pakken van de pinguïn en als hij een ei heeft gepakt dan eet hij hem op. Ook lust de skua graag een klein pinguïnkuiken. Er leven ongeveer veertig andere vogels in het Zuid-pool gebied. Maar daar hebben de pinguïns geen last van.
Geschreven door Irene