Sprinkhanen zien er een beetje gek uit. Soms springt er wel een op je arm. Je hoeft niet bang te zijn want sprinkhanen bijten of steken niet. Voor je het weet springt hij weer verder. Je weet nu hoe een sprinkhaan aan zijn naam komt. Sprinkhanen zijn insekten. Net zoals vlinders, vliegen, muggen, bijen enz. Het lijf van een sprinkhaan bestaat uit drie stukken. Eerst de kop dan het borststuk en daarna het achterlijf. Bij sommige sprinkhanen zijn de voelsprieten kort, maar bij andere zijn ze juist lang.
Sprinkhanen hebben geen neus zoals een hond of een poes. Toch kunnen ze ruiken. En dat doen ze met hun voelsprieten. Heb jij wel eens geprobeerd om een vlieg dood te slaan? Voor je met je hand bij hem bent vliegt hij meestal weg. En hij heeft zich niet eens omgedraaid, maar toch heeft hij je gezien. Ook al kwam je hand van achteren. Bij sprinkhanen is dat net zo. Insekten hebben andere ogen dan mensen. Ogen van insekten zijn bol. Ze staan aan de zijkant van de kop en ze steken een beetje uit. In elk oog zitten een heleboel hokjes. Die hokjes noemen we facetten. Insekten kunnen hun ogen niet draaien. Dat hoeft ook niet. De voorste facetten zien wat er voor gebeurt. En de achterste facetten kijken achter hun rug. Zo kan een insekt alles tegelijk in de gaten houden.
Sprinkhanen hebben een vreemde bek. De bek loopt van boven naar beneden. Voorin zitten 6 kaken met tanden. Sprinkhanen grijpen er hun voedsel mee vast en kauwen het fijn. Sprinkhanen hebben meestal goede oren. De oren zitten niet op de kop . Sprinkhanen met korte sprieten hebben hun oren in het achterlijf. Bij sprinkhanen met lange sprieten zitten de oren in de voorpoten Het achterlijf van de sprinkhaan is niet mooi glad. Het zijn allemaal stukjes die aan elkaar vast zitten.
De huid van de sprinkhaan is nogal hard. Alleen tussen de
stukjes zit zacht vel. Sprinkhanen kunnen hun lijf dus wel bewegen.
Weet je hoe een sprinkhaan ademhaalt? De lucht gaat
niet door zijn mond of neus. Aan de onderkant van het lijf
zit een rij gaatjes. Door die gaatjes ademt hij.
Sommige wijfjes hebben een lange stekel aan het achterlijf.
Dat is geen angel om mee te prikken maar een legboor.
Wijfjes leggen hun eieren in de grond of tussen de schors van een
boom met hun legboor. Met een legboor boren ze eerst
een gaatje en dan leggen ze de eieren in dat gaatje.
Irene